Hoe ontwikkelt zich een psychiatrische ziekte? Ik weet het niet. Daarom vraag ik het aan de psychiater. Ze is immers overtuigd dat ik ziek ben. Misschien is het wel onvermijdelijk dat ik tot de conclusie kom: ik ben ziek. Of: ik ben klaarblijkelijk ziek. Want de psychiater ziet mijn conditie, die zij aanduidt als ziek, als onvermijdelijk. Ik kan toch niet altijd blijven vechten tegen de psychiatrie? In zijn verhouding tot het losgeslagen software-programma ‘agent Smith’ neemt Neo in de matrix films uiteindelijk de overtuiging van Smith over dat zijn ondergang onvermijdelijk is. Goed, de psychiater wil mijn licht doven. Dat is in essentie haar relatie tot mij. En ze kan niet op andere gedachten gebracht worden. Daar gebruikt zij de uiterlijke verpakking ‘psychiater’ voor, inclusief de overtuigingen die daarbij horen. Uit zichzelf laat de psychiater niets los over mijn ‘ziekte’. Heb ik niet het recht als patiënt om uit haar eigen mond te horen wat zij onder mijn ziekte verstaat? Waarom zij mij blijft achtervolgen met haar idee van ‘ziekte’? Dat wil ik graag weten. Nadat ze hier antwoord op gegeven heeft is misschien de conclusie te rechtvaardigen dat ze obsessief met haar vak bezig is, of althans, het zaadje van ‘obsessie’ is in haar aanwezig. Ik sta niet in haar schoenen, maar wat gebeurt er als dit zaadje groeit? Wordt ze dan als mens de helleveeg die ze als ziel al is? Ik zeg dit opdat de rechterlijke macht inziet wat er met psychiaters kan gebeuren als hun de vrije hand gegeven wordt naar eigen inzicht de relatie met hun patiënten vorm te geven. Tot nu toe lijkt dit rampenscenario niet uit te komen, onder andere doordat er patiënten zijn die zich succesvol tegen bevoogding door de psychiatrie verzetten. En dit zeg ik er nadrukkelijk bij: dit ondanks dat rechters tevreden zijn als de rechtzaken die hun zijn toevertrouwd voor de vorm weer tot een succesvolle afronding zijn gekomen.