De Wvggz is een contraproductief systeem. Als de cliënt terecht tot de conclusie komt dat “hulpverlening” niet werkt, dan kan hij niet loskomen daarvan doordat de hulpverlener vanwege de rechterlijke machtiging in het kader van de Wvggz zijn wil kan laten gelden. En achter de wil van de hulpverlener en van de rechter schuilt de wil van de duivel. Dat is het hele eieren eten van de psychiatrie. Hulpverlener en rechter zijn beiden dus hypocriet. Maar daarmee is niet alles gezegd. De cliënt kan wel degelijk zijn eigen wil daar tegenover zetten. Dat is juist nodig om zelfstandig en verantwoordelijk te worden. Er is een jarenlange weg voor nodig voordat de cliënt deze stap kan en durft te zetten.
En de zorgverleners spelen ondertussen mooi weer met elkaar. Ook met de rechter, nadat de rechterlijke machtiging is uitgesproken. (Doorzetten joh, zó doe je het goed.) Vriendelijke uitingen van de hulpverlener naar de cliënt toe zorgen ervoor dat de hulpverlener gaat plakken in het innerlijke gevoelsleven van de cliënt en bemoeilijken het de cliënt de stappen te zetten die nodig zijn op weg naar échte zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Weg met het beeld dat de hulpverlening vanuit goede bedoelingen is opgezet. De hulpverlener zit zélf in een negatieve spiraal. Hulpverleners durven en kunnen niet loslaten. Eerst moet de cliënt een zelfbindingsverklaring afleggen. Nee hulpverlener: neem verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag en zeg dat je niet durft los te laten en zie in dat je hulpverlening niet werkt. Ben je wel zuiver op de graat?