Een andere doelgroep – die veel kleiner is- misschien wel heel klein – is het niet eens met de standaarddiagnose en vindt dat zij – alhoewel ze wel degelijk moeilijkheden hebben – niet echt ziek zijn en vechten ervoor over de ziekteverschijnselen heen te groeien; zij hebben een andere zienswijze dan de psychiaters ten aanzien van de geconstateerde feiten. Dit is de reden dat er een wat oncomfortabele verhouding ontstaat tussen patiënten uit deze doelgroep en de begeleiders vanuit de ggz.
Doordat deze patiënten voet bij stuk houden ten aanzien van hun opvatting dat zij gezond zijn – weliswaar met moeilijkheden, maar toch – gezond – wordt in de loop van de behandeltermijn duidelijk dat de dynamiek tussen deze psychiatrische patiënten en de begeleiders evenzeer onderdeel is van de ziekteverschijnselen van de patiënt. Dat wordt pathologisch.
Daar kunnen deze begeleiders weinig aan veranderen: enerzijds doen de begeleiders professioneel als ze zijn geen uitspraken naar de patiënt toe die hun gedrag pathologisch zou kunnen doen maken; anderzijds kan hun gedrag alleen maar als pathologisch aangeduid worden vanwege de diagnose die ze onderschijven, namelijk dat de patiënt chronisch ziek is, onherstelbare schade in zijn hoofd heeft opgelopen en vanwege zijn ziekte geen ziekte-inzicht heeft.
De diagnose dat een patiënt wegens zijn ziekte geen ziekte-inzicht heeft is pathologisch, want het brengt dissociatie bij de patiënt tot stand, legt geen verbinding en doet de patiënt niet in het centrum van de behandeling staan, expert als hij of zij is ten aanzien van de verschijnselen die hij of zij ondergaat. Nee, het is de psychiater en spv’er die vanwege deze diagnose in het centrum staan. Vandaar dat de rechter en leden van de klachtencommissie tijdens een zitting geneigd zijn meer gewicht toe te kennen aan de inbreng van de psychiater dan aan de inbreng van de patiënt. Dat is ook pathologisch.
Omdat de psychiater er voor oppast overspannen hoop bij de patiënt op te roepen, is er voor de psychiater ook geen alternatief voor de in de regel lange behandeltermijnen. Immers, als de factor hoop wordt ingeschakeld, kunnen de patiënten eerder van het medisch traject ontslagen worden. Maar het moet wel realistische hoop zijn. Maar een pathologische diagnose draagt bij aan pathologie, niet aan hoop. Dat draagt ook niet bij aan het oplossen van de lange wachtrijen voor de ggz.
Laat ik dit zeggen: ik heb het overzicht niet over de ggz. Er kunnen best meer patiënten zijn die kritisch zijn, waar mogelijk constructief. Maar het lijkt mij een gezonde inbreng om een onderscheid te maken tussen gewone, gezonde diagnoses en pathologische. Voor de kleinere, kritische groep die niet accepteert dat zij als ziek worden geëtiketteerd zou een nieuw beleid ontwikkeld kunnen worden. Zij kunnen wellicht – met beleid – hun vrijheid weer terug gegeven worden, met als het even kan steeds kleinere doses aan medicijnen.