Enkele maanden geleden was ik in Trier. Op een zijstraat van de hoofdstraat stond op een laag muurtje een koffertje. “Een Jodenkoffertje!”, how nasty, dacht ik meteen. Naast het koffertje was op een plakkaat een tekst te lezen. Tijdens de tweede wereldoorlog was op deze plek een pand was geweest, waarvandaan men Joden wegvoerde naar concentratiekampen. Ik heb een foto van gemaakt van het koffertje en het plakkaat.

Ik verbleef al enkele weken in Trier, op de vlucht was ik. Het is vrij moeilijk om mij die omstandigheden van toen nu opnieuw voor de geest te halen. Het zal er wel mee te maken hebben dat ik verdoofd wordt gehouden door medicatie. Want ik ben psychiatrisch patiënt, vandaar dat ik zeg “verdoofd wordt gehouden”. Ik ben weer terug gegaan naar Nederland vanwege geldtekort. Ik ben op de avond van 10 december 2020 weer in mijn huidige huis aangekomen. De volgende ochtend om 10:00 uur ongeveer stond er al een arrestatieteam van de politie op de deur te bonken. Dat men een situatie zo verschillend kan beleven en inschatten! Volgens hun had ik de Nederlandse wet overtreden, volgens mij niet. Het is toch mijn hoogste belang in mijn hoogste belang te handelen. Dan moest ik dus niet in de centrale opvang van de Nederlandse GGZ zijn. Thuis, met verplichte ambulante begeleiding was ook geen optie voor mij. Het was een ongezonde situatie voor mij geworden in de centrale opvang. De begeleiding had al zijn nazistische gezicht laten zien, ook waren ze al aanwezig geweest als vampiers, ook al als Jehova’s Getuigen. Dit klinkt misschien vreemd, maar gisteren en vandaag heb ik een uitgebreid Wikipedia artikel gelezen over de New World Order. In dat artikel worden ook dat soort ideeën besproken. Ik ben dus niet de enige die situaties zo beleef als ik het beleefde. Dat is een hele geruststelling. Ik kan situaties volgens mij goed inschatten. Ik heb in confrontaties met begeleiding hen wel vaker nazi genoemd. Vampier of Jehova niet. Ik beleefde dingen die erg gewelddadig waren naar mij toe, dit alhoewel het interne belevingen waren van mij. Als mens zijn de begeleiding daar niet gewelddadig geweest. Daar zorgde ik ook wel voor, door steeds weer op tijd in te binden en mijn mond te houden. Maar nadat ik op 11 december 2020 in de centrale opvang weer gedwongen medicatie had gekregen, heb ik mij ook regelmatig woedend uitgelaten naar sommige medewerkers toe. Ik zag hen op een bepaalde manier, zij zagen mij op een bepaalde manier, en die twee manieren kwamen niet bij elkaar. Ik werd van binnen emotioneel getergd. Vanaf het moment dat ik zei dat ik een trauma had waardoor ik zo kwaad werd, groeiden onze visies naar elkaar toe. Vaak heb ik mij ook wel prima vermaakt op de centrale opvang door mijn intelligente opmerkingsvermogen naar patiënten en de begeleiding toe, maar voor sommige patiënten moest ik oppassen, omdat ze link waren. Als ik dat tegen de begeleiding zei, begrepen ze dat, en zorgden ze ervoor dat ze zoveel mogelijk aanwezig waren als zo’n patiënt en ik in dezelfde ruimte waren. Deze nieuwe houding van de begeleiding was ontstaan, nadat ik had gezegd dat de reden dat ik mij had onttrokken aan de zorg gelegen was in oplopende geweldsniveau’s van patiënten naar mij toe. Maar die oplopende geweldniveau’s kwam ook wel degelijk van de begeleiding. Maar dat vertelde ik hen niet. Ondanks de diep verrotte menselijkheid van de begeleiding, kon ik de begeleiding tot samenwerking nopen, door mij naar hun toe met inlevingsvermogen te uiten. De stok en de wortel aanpak. En tegelijk veranderde ik ook.
Er is iets fundamenteels mis in Nederland, en niet alleen in Nederland. Mensen zijn niet echt vrij namelijk. Wat op het gebied van meningsuiting als vrij wordt gezien, maakt de uitvoeringspraktijk van de uitvoeringsorganisaties van de overheid en van de organisaties die functioneren op basis van gedelegeerde bevoegdheden, zoals de Nederlandse GGZ, dat diezelfde vrijheid beperkt wordt of dat die vrijheid er helemaal niet is. Daar is geen excuus voor. Iedereen werkt daar aan mee. Wat moeten deze mensen dan met iemand die zich hoe dan ook van binnen wél vrij voelt, en hoe je hem ook benadert, hij blijft zich gedragen alsof hij wel vrij is.
Terug naar het koffertje en het plakkaat in Trier. Dit is een waarschuwing dat omstandigheden als in de tweede wereldoorlog nog steeds om de hoek liggen. Het navolgende gedicht staat op het plakkaat.
Des Unschuldigen Schuld
Von Gerty Spies
Des Unschuldigen Schuld –
Wo beginnt sie?
Sie beginnt da,
Wo er gelassen,
Mit hängenden Armen
Schulterzuckend daneben steht,
Den Mantel zugeknöpft,
Die Zigarette anzündet
Und spricht:
Da kann man nichts machen.
Seht, da beginnt
Des Unschuldigen Schuld.
Gerty Spies, geb. Gumprich
1897 Trier – 1997 München, Überlebende
Des Konzentrationlagers Theresienstadt